zondag 3 april 2011

Politiek en Muziek

Sinds ruim een jaar probeert mijn muziekleraar mij heel geduldig, met veel begrip en simpele uitleg, drumtechnieken bij te brengen. Ik vind het heerlijk als hij zegt dat ik talent heb, en ik kies er vervolgens bewust voor om niet te horen dat hij zegt "... maar wanneer komt het er eens uit?". Hoe het ook zij, maandagavond half negen is vaste prik dat ik achter het drumstel klim, met een paar uitgekozen liedjes en het notitieblok voor de nieuwste oefeningen. 

... die ik vervolgens niet zo braaf doe als mijn leraar zou willen en ik me elke keer voorneem. Een belangrijke reden daarvoor is dat ik mijn tijd doordeweeks grotendeels besteed aan werken en bijbehorende activiteiten als reizen, analyseren met deze en gene en, tja, nog meer reizen. En ik ben er blij om, al deze acties brengen het nodige aan liquide middelen. Gelukkig maar: deze week stuurde mijn muziekschool in het kader van een goede voorbereiding 'softens the blow', de mededeling dat de contributie voor de lessen in het volgende schooljaar omhoog gaan. In mijn geval met een whopping 21%. Reden: de bezuinigingen op subsidies vanuit Den Haag.  

Ik verkeer gelukkig in de positie dat ik dit, hoewel onder protest, kan opbrengen. Ik hoef alleen maar de aankoop van een of ander apparaat van mijn lijst te schrappen, wat in mijn geval best een offer is, maar absoluut mogelijk. 
Ik stel me voor dat het voor veel ouders lastiger wordt. Het wordt schrijnend als deze verhoging betekent dat de lessen te duur worden. Ik kom zelf uit een gezin van drie kinderen: voor mijn ouders had dit betekend dat het hen maar liefst 60% meer zou kosten. En muzieklessen zijn maar een klein deel van het ouderlijk spectrum van het vormen van kinderen. Sport, kleding, vakanties, ga maar door. 

In mijn ogen is muziekonderwijs bijzonder belangrijk. Muziek maakt een groot deel uit van het cultureel erfgoed, de vorming en opvoeding. Het verbroedert, spreekt de creativiteit aan en verbreedt het blikveld. Het is cruciaal om kinderen hier zo vroeg mogelijk mee in contact te brengen. Hiervoor hebben we natuurlijk muziekles op school, maar een kind dat dermate gemotiveerd is om daarnaast nog verder te gaan, moeten we belonen. 

Ik vind dat ieder kind op zijn minst de mogelijkheid moet hebben om lessen te nemen in het instrument naar keuze (van de ouders). Het kan nog steeds zo zijn dat de spruit liever gaat voetballen, hockeyen of wat dan ook, maar het moet een haalbare optie zijn. De stijging van de prijzen van de lessen verhoogt in ieder geval de drempel behoorlijk, en dat is doodzonde. 

Ik vraag me af of er geen andere mogelijkheid was. Voor mijn gevoel is alle kunstzinnige uiting over één kam geschoren, daadkrachtig gekort en daar zijn deze lessen de dupe van. Was het niet mogelijk geweest om lessen voor kinderen tot een bepaalde leeftijd te blijven subsidieren? Tot 18, bijvoorbeeld?  Als je als ouders niet onbeperkt de keuze hebt, maak dan als wetgever niet de keuzes überhaupt onmogelijk door de kosten uit de pan te laten rijzen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten